De Faillissementswet wordt aangepast. Als een bedrijf in financiële problemen komt kan het, buiten faillissement, een akkoord sluiten met de schuldeisers. De rechtbank kan overgaan tot homologatie (bevestiging) van dit akkoord. Schuldeisers of aandeelhouders die niet met het akkoord instemmen, worden er dan toch aan gebonden. Dat staat in de Wet homologatie onderhands akkoord in faillissement (WHOA), die naar verwachting op 1 oktober ingaat. Een ondernemer in financiële moeilijkheden heeft daarmee de mogelijkheid problematische schulden te herstructureren.
De wet zorgt er voor dat schulden sneller geherstructureerd kunnen worden. Dat is belangrijk om faillissementen en baanverlies te voorkomen. De schuldenaar kan proberen om samen met de schuldeisers tot een akkoord te komen. Daarna wordt dat akkoord voorgelegd aan de rechter die de eerlijkheid van de procedure en de verdeling beoordeelt. Na het ‘homologeren’ van het akkoord door de rechter, die daarmee zijn goedkeuring geeft, wordt het akkoord ook opgelegd aan schuldeisers die in zijn ogen onterecht medewerking weigeren.
De WHOA maakt een gecontroleerde afwikkeling mogelijk en kan zo worden gebruikt voor een zachte landing, waarbij de schuldeisers in een betere positie zullen worden gebracht dan wanneer een faillissement plaatsvindt. Een faillissementsprocedure is duur en kan lang duren. Bovendien heeft een faillissement heftige gevolgen voor de schuldenaar, die bij een persoonlijk aansprakelijkheid alles kan kwijtraken wat hij heeft opgebouwd. Bij de aanpassing zijn zowel ondernemer als schuldeisers gebaat.