WORD LID BEL ONS MAIL ONS

CBM komt naar je toe

Duurzaamheid, klimaat en circulariteit zijn speerpunten voor de branchevereniging voor interieurbouw en meubelindustrie (CBM). De branchevereniging ontwikkelt steeds meer instrumenten waarmee het leden kan ondersteunen om deze drie groene thema’s eigen te maken. CBM-directeur Kees Hoogendijk licht de belangrijkste innovaties toe.

Momenteel timmert Koninklijke CBM samen met FNV, CNV Vakmensen en Expertisecentrum Meubel (ECM) aan de weg om de duurzame inzetbaarheid voor alle werkgevers en werknemers in de meubelindustrie en interieurbouw te vergroten. In het project ‘Schaven aan jouw toekomst’ staan gezondheid, vitaliteit, vakkennis, ontwikkeling en arbeidsomstandigheden centraal. Werknemers kunnen op www.schavenaanjouwtoekomst.nl praktische tips en cursussen krijgen over gezondheid, vakkennis, arbeidsomstandigheden en geldzaken. Dat is volgens de initiatiefnemers van belang omdat vitale mensen beter in staat zijn om goed te presteren en voldoening uit het werk te halen.

Tekort aan personeel
CBM-directeur Kees Hoogendijk benoemt nog een reden waarom duurzame inzetbaarheid van medewerkers meer dan ooit belangrijk is: “Momenteel is er binnen onze branches veel werk te doen, terwijl de toestroom van personeel stokt. Interieurbouwers moeten ervoor zorgen dat ze mensen aan zich weten te binden, tot aan hun pensioengerechtigde leeftijd toe. Werknemers en werkgevers kunnen onze adviseurs kosteloos inschakelen voor een advies of een afspraak als zij met hun gezondheid of ontwikkeling aan de slag willen.
De adviseurs bezoeken bedrijven en kunnen op allerlei gebieden ondersteunen. Bijvoorbeeld door te kijken of risico-inventarisaties en evaluaties en arbeidsomstandigheden op orde zijn.”

Nieuw elan
Toen Hoogendijk in 2013 werd aangesteld als directeur, zag hij het als zijn taak om nieuw elan te brengen bij het CBM. “Vooral op het gebied van duurzaamheid, klimaat en circulariteit hebben we de afgelopen jaren een inhaalslag gemaakt”, zegt hij. “Inmiddels hebben we een voorstel uitgewerkt om tot een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV) te komen voor matrassen. Deze UPV houdt in dat producenten verantwoordelijk zijn voor hun eigen afval. We ontwikkelen tevens plannen om bijvoorbeeld plaatmateriaal, kunststof, lijmen, lakken en textiel te recyclen en opnieuw te gebruiken. Dit zijn belangrijke uitdagingen voor de toekomst, die je alleen kunt aanpakken door samen te werken.”

Circulair verhaal
Hoogendijk merkt dat steeds meer CBM-leden bij de brancheorganisatie om ondersteuning vragen om te komen tot een eigen circulair en duurzaam verhaal. De directeur somt een aantal initiatieven op waarmee het CBM haar leden tegemoet komt. “Op het gebied van energiebesparing helpen we onze leden momenteel met het installeren van zonnepanelen op het dak. Daarmee slaan we twee vliegen in één klap. We verlagen de energiekosten bij onze leden en verduurzamen tegelijk onze eigen meubel- en interieurbranche.”

CBM onderzoekt de mogelijkheden voor de oprichting van een ESCO (Energy Service Company). “Via deze ESCO kunnen onze leden de opgewekte energie niet alleen gebruiken voor hun eigen bedrijf, maar ook verhandelen aan derden en tegen goedkope tarieven leveren aan hun eigen werknemers”, legt Hoogendijk uit. “Als een soort van secundaire arbeidsvoorwaarde, dit zou pas echt vernieuwend zijn.

Verder helpen we onze leden bijvoorbeeld met de Informatieplicht Energiebesparende Maatregelen, milieubeheer en een goede monitoring met speciale sensoren.”

Lelystad, 12 december 2019, algemene ledenvergadering in Aviodrome fotografie: Bram Petraeus

Onderwijs
CBM werkt hard om de thema’s duurzaamheid, circulariteit en klimaat ook optimaal op te laten nemen in het onderwijs. Het Summa College is een instelling die circulariteit hoog op de agenda heeft staan. Vanaf dit jaar is circulair ondernemen verankerd in het onderwijs van de opleiding Wonen & Design in Eindhoven. Deze opleiding is aangesloten bij het Topcentrum Meubel van het CBM, samen met andere voorlopers in Nederland: het ROC van Twente en het Hout- en Meubileringscollege (HMC) in Amsterdam en Rotterdam en het Deltion College in Zwolle. Het Topcentrum Meubel draagt bij aan het versterken van duurzame innovatiekracht en concurrentiepositie van aangesloten (meubel-)bedrijven door het vernieuwen en innoveren van het meubelonderwijs.

Kwantiteit en kwaliteit
“We zien het als een gezamenlijke verantwoordelijkheid om zowel de kwaliteit als de kwantiteit van het onderwijs op peil te houden”, aldus Hoogendijk. Volgens hem is het dalend aantal leerlingen in het mbo-onderwijs de grootste productiebelemmering van het moment. “Nu de levertijden toenemen en er een uitdaging ligt om snel te produceren is het belangrijk dat er voldoende vakmensen zijn. In het technische mbo zie je het leerlingenaantal echter teruglopen.

Het gevolg daarvan, een verbreding van het onderwijs, vinden we onwenselijk. Daarom stellen we de specialistische vakopleidingen binnen het topcentrum als voorbeeld. Zij leiden creatieve vakmensen op voor wie nu en in de toekomst plek is op de arbeidsmarkt.” Daarnaast zet het CBM sterk in op BBL opleidingen (de beroepsbegeleidende leerweg), laat de directeur weten. “Vanuit de overheid heerst de gedachte om te bezuinigen op dit soort opleidingen, zo is uit recent onderzoek gebleken. Terwijl juist het principe van vier dagen in de week werken in het bedrijf en één dag leren op school zeer passend is voor onze branche. Alle modules en keuzedelen binnen deze opleidingen ontwikkelen we in samenwerking met de scholen en het expertisecentrum meubel.”

Leden
De branchevereniging telt momenteel vijfhonderd leden en is volgens de directeur langzaam uit het dal aan het klimmen. “Tot voor kort bleef het ledenaantal steken op vierhonderdvijftig. De ledengroei is vooral te danken aan de interieurbouwbranche, het ledenaantal onder woonmeubelfabrikanten krimpt al een tijdje en staat nu op honderd.
Bedrijven die zich specialiseren in high end of discount kunnen zich momenteel wel staande houden, maar de middengroep heeft het lastig. Dat is in de retail niet anders. Het produceren van goede kwaliteitsmeubels in Nederland blijft helaas een moeilijk verhaal, zeker nu de concurrentie met Polen en China alsmaar toeneemt.”

Daarnaast merkt de CBM-directeur dat interieurbouwers eerder de samenwerking zoeken dan woonmeubelfabrikanten. “Woonmeubelfabrikanten zijn meer gericht op hun eigen collectie. Samenwerken zit minder in hun DNA, ze kijken liever niet in elkaars keuken. Terwijl interieurbouwers juist vaak onderling werk uitbesteden en productiecapaciteit delen. Alleen door de handen ineen te slaan kun je als onderneming een duurzame toekomst tegemoet gaan.”

Ledenaantal moet omhoog
Hoogendijk koestert de ambitie om het ledenaantal weer omhoog te krikken. De CBM-directeur wil graag terug naar de hoogtijdagen waarin het CBM meer dan zeshonderd leden telde. “Daarom willen we de branche nog duidelijker maken wat we te bieden hebben. Dit is nog lang niet altijd goed zichtbaar voor de interieurbouwbranche en meubelindustrie. Vandaar dat we met onze adviseurs de weg op gaan om deze doelgroepen op te zoeken. We hopen dat met name meer mkb-bedrijven zich bij ons gaan aansluiten. Zij kunnen via een CBM-lidmaatschap echt veel financiële voordelen behalen. De installatie van zonnepanelen is een goed voorbeeld. Maar denk ook aan financiële, fiscale, juridische zaken en incassodiensten. In feite kunnen wij onze leden maximaal ontzorgen. Dit is dé toegevoegde waarde van het CBM.

Bron: geplaatst in Interieurbouw en Meubel+, maart 2020

Adviseurs

Kees Hoogendijk
Innovatie & buitenland (directeur)
  023 515 88 00
mail mij