Als een oudere werknemer die uit de WW komt ziek wordt, hoeft de werkgever het loon niet twee jaar door te betalen, maar komt hij terecht in de Ziektewet. Het kabinet verruimt de compensatieregeling. Het kabinet verruimt de compensatieregeling voor oudere werknemers die langdurig ziek worden. Daardoor komen werknemers die op 1 januari 2018 56 jaar of ouder zijn, in aanmerking voor de regeling. Het gaat om een tijdelijke maatregel voor de jaren 2018 en 2019.
De regeling geldt voor oudere werknemers die na een jaar WW in dienst worden genomen. Als zij ziek worden, hoeft de werkgever het loon niet twee jaar door te betalen, maar komen ze terecht in de Ziektewet. Dat verlaagt de financiële risico’s voor werkgevers. Uit onderzoek van het UWV bleek dat ruim 80 procent van hen de compensatieregeling ziet als geschikte maatregel om vijftigplussers aan te nemen.
Extra stimulans
De compensatieregeling geldt nu voor mensen die geboren zijn vóór 8 juli 1954 en die nu dus minstens 63 zijn. Door de tijdelijke verlaging van die leeftijdsgrens naar 56 jaar de komende twee jaar wordt de grens gelijkgetrokken met die van de mobiliteitsbonus. Dat moet een extra stimulans opleveren voor werkgevers om ouderen aan te nemen en om het gebruik van de regeling te vergroten. Demissionair minister Asscher van Sociale Zaken schrijft in een toelichting op de regels dat een ruimere regeling mogelijk meer werkgevers over de streep (kan) trekken.
Oorspronkelijke verwachtingen
Het gebruik van de compensatieregeling blijft achter bij de oorspronkelijke verwachtingen. Asscher wil met de tijdelijke verruiming van de regeling kijken of werkgevers de compensatieregeling beter zullen benutten of dat zij het risico op ziekte op een andere, bijvoorbeeld private, manier af blijven dekken. Vanaf 1 januari 2020 geldt de compensatie weer alleen voor mensen die geboren zijn vóór 8 juli 1954.