Nu de wijziging van de Arbowet een feit is, verandert ook het boetebeleid. Werkgevers die per 1 juli 2018 geen basiscontract hebben afgesloten met een bedrijfsarts of Arbodienst, krijgen bij controle meteen een boete. Dat staat in de Beleidsregel Boeteoplegging Arbeidsomstandighedenwet die vanaf 1 september 2017 is ingegaan.
Zonder basiscontract direct een boete
De belangrijkste wijziging van de Arbowet is, dat de werkgever verplicht een basiscontract moet afsluiten met een arbodienst of een bedrijfsarts. Beschikt de werkgever daar niet over, dan wordt direct een boete opgelegd. Je krijgt ook een boete van de Inspectie SZW als er wel een basiscontract is, maar daarin géén afspraken staan over de verzuimbegeleiding door de werkgever.
De gewijzigde beleidsregel voor boetes is van toepassing op alle nieuwe (basis)contracten die vanaf 1 juli 2017 zijn gesloten. Vóór 1 juli 2018 moeten alle contracten voldoen aan de nieuwe regelgeving. Dat betekent dat werkgevers nog 1,5 maand de tijd hebben om een basiscontract af te sluiten dat aan de eisen voldoet.
Bedrijfsarts loopt ook kans op boete
Nieuw is dat bedrijfsartsen nu ook beboet kunnen worden als ze de Arbowet niet goed naleven. Dit kan bijvoorbeeld als er geen deugdelijke klachtenprocedure is, die in de gewijzigde Arbowet verplicht is. Verder kan de bedrijfsarts ook een boete krijgen als hij/zij zonder onderbouwing niet doorverwijst bij een verzoek om een second opinion. In eerste instantie zal de inspecteur nog wel waarschuwen, maar daarna wordt een boete opgelegd.
Bron: Personeelsnet