Als eerste kleine branche is de Meubelindustrie en Interieurbouw erin geslaagd om het sectorplan goedgekeurd te krijgen door het ministerie SZW.
Vanaf december vorig jaar tot in april is hard gewerkt om de aanvraag gehonoreerd te krijgen. Dit is grotendeels gelukt, waardoor de sector in staat is om anticyclisch een groot aantal (250) BBL-leerlingen te gaan opleiden én een aantal instrumenten in te zetten om de (duurzame) inzetbaarheid van bepaalde groepen medewerkers in de branche te versterken. De totale projectkosten bedragen 6 miljoen euro, voor een derde van dit bedrag is co-financiering verkregen uit de pot, van in totaal 600 miljoen euro, die minister Asscher van SZW beschikbaar heeft gesteld voor alle sectorplannen.
Anticyclisch opleiden
Anticyclisch opleiden is noodzakelijk om straks de tekorten aan goed opgeleide vakkrachten te kunnen opvangen. Momenteel is sprake van uitstroom van medewerkers en van vergrijzing, waardoor er natuurlijk verloop ontstaat. Trekt de economie aan, dan moet de branche klaar zijn om de groeiende orderstroom aan te kunnen.
De middelen vanuit de co-financiering door de overheid kunnen worden gebruikt om de branche een nieuwe impuls te kunnen geven. Daarvoor is van alle partijen (vertegenwoordigers van Samenwerkingsverbanden, ROC’s, SH&M, sociale partners en bedrijven) commitment nodig om de doelen uit het sectorplan te kunnen nastreven. Het opleiden van jonge mensen is van het allergrootste belang voor de continuïteit van de branche. Er is een gezamenlijk doel!
Noodzakelijk is een verhoging van een aandeel BBL-leerlingen dat via de Samenwerkingsverbanden wordt opgeleid. Werkgevers kunnen daarbij gebruik maken van een aantal voordelen, voor leerlingen kan het prettig zijn om bij meer bedrijven te snuffelen gedurende de twee jaar die de opleiding duurt.
Levendige discussie
Tijdens een bijeenkomst op 27 mei jl. waar de vertegenwoordigers van Samenwerkingsverbanden, ROC’s, SH&M, sociale partners en bedrijven aanwezig waren, ontstond er een levendige discussie, met volop inbreng vanuit de deelnemers. Rode draad was misschien wel de vraag hoe Samenwerkingsverbanden hun meerwaarde kunnen aantonen. Het opleiden van leerlingen via een Samenwerkingsverband biedt veel voordelen. Het is nu soms nog een beetje ‘onbekend maakt onbemind’.
Maatwerk bleek een ander belangrijk thema. Het rouleersysteem, waarbij leerlingen elk half jaar gedurende het opleidingstraject van twee jaar van leerbedrijf wisselen, is niet in beton gegoten. Is er een goede match tussen leerling en bedrijf, dan hoeft rouleren niet per se. Maar voor met name kleinere bedrijven, met minder mogelijkheden, kan het juist een uitkomst zijn om een leerling te ‘delen’ met collegabedrijven. Ook kunnen leerlingen het zelf prettig vinden om kennis te maken met meerdere bedrijven, zodat ze na de opleiding hun keuze beter kunnen maken. Wat PR betreft, lijken de meeste stemmen te zijn voor een tweedeling: landelijk en maatwerk vanuit de regio’s. De voordelen van het opleiden via de Samenwerkingsverbanden moeten landelijk worden gecommuniceerd, aangevuld met regionale inkleuring (maatwerk) vanuit de individuele Samenwerkingsverbanden. Nationaal coördineren, regionaal inkleuren is het devies. Samengevat: het draait om maatwerk, flexibiliteit en aantrekkelijkheid. Afspraak is om een Masterplan te ontwikkelen, waarbij de CBM, als coördinator, een voorzet zal doen. Vervolgens wordt deze basis aangevuld met inbreng van de aanwezigen.
Bijlage: din meubelindustrie en interieurbouw