De Tweede Kamer heeft dinsdag 22 maart 2016 een wijziging van de Aanbestedingswet aangenomen. De wijziging vloeit voort uit de invoering van nieuwe Europese richtlijnen. Alleen de PVV en de Groep Bontes/Van Klaveren stemde tegen het voorstel. Ook een aantal moties en amendementen kon dinsdag rekenen op een meerderheid.
De aanpassing van de Aanbestedingswet volgt drie jaar na de inwerkingtreding van de wet. De nieuwe regels sluiten grotendeels aan op de bestaande regels. Zo is opnieuw een doelstelling dat het midden- en kleinbedrijf meer aan de bak komt bij overheidsopdrachten, een punt waarop het huidige beleid nog niet erg succesvol is.
Ook moet er meer ruimte komen voor zaken als duurzaamheid, sociaal beleid en innovatie bij aanbestedingen. Zo mogen aanbestedende diensten als eis gaan stellen dat inschrijvers bij een bepaald keurmerk zijn aangesloten. Ook komt er een geheel nieuwe procedure, het innovatiepartnerschap, om vernieuwende producten en diensten te ondersteunen.
De Kamer nam onder meer een motie aan om de zogeheten Gids Proportionaliteit – een document met flankerend beleid dat verplicht moet worden gevolgd – uit te breiden ‘met technische aanwijzingen die eraan bijdragen dat de nadruk minder komt te liggen op de prijs. Dit omdat prijs nu soms ‘zwaarder meetelt dan de bedoeling is’.
Ook is een amendement aangenomen dat de werking van de gids uitbreidt naar de zogeheten speciale-sectorbedrijven, zoals Schiphol en de NS. Een ander aangenomen amendement regelt dat de keuze voor aanbestedingen op de laagste prijs over de levenscyclus van een product, gemotiveerd moet worden. Dit om te voorkomen dat straks gemakzuchtig op de laagste prijs wordt aanbesteed.
De PvdA haalde ondanks een negatief stemadvies van minister Kamp van Economische Zaken een wetswijziging binnen om ‘categorieën aanbestedende diensten en soorten opdrachten’ uit te zonderen van de mogelijkheid van aanbesteden op laagste prijs. Dit kan door vakministers per algemene maatregel van bestuur worden ingevuld.
Bron: SC Online