WORD LID BEL ONS MAIL ONS

Nieuwe ontwikkelingen arbeidsrecht

Afgelopen week heeft het kabinet via een kamerbrief zijn voornemens naar voren gebracht om enkele aanpassingen te maken binnen het arbeidsrecht. Hierbij wordt er beroep gedaan op het SER-MLT-advies en de commissie Borstlap. Het kabinet wil deze wijzigingen per 1 januari 2025 wettelijk doorvoeren. De voor werkgevers belangrijkste wijzigingen lichten wij hieronder kort toe.

Oproepcontracten
Oproepcontracten zoals nulurencontracten of contracten met veel verplichte beschikbaarheid zullen worden vervangen door zogenoemde basiscontracten. In deze basiscontracten dienen werknemers een vast minimum aantal uren worden geboden, waarbij hun verplichte beschikbaarheid niet meer dan 130% van dat vaste aantal uren mag bedragen. Zo wil het kabinet er voor zorgen dat werknemers over meer zekerheid beschikken en hun werk goed kunnen combineren met andere zaken. Uitzondering wordt gemaakt voor scholieren en studenten met een bijbaan van maximaal gemiddeld 16 uur per week op jaarbasis. Voor hen blijft de huidige oproepovereenkomst mogelijk.

Ketenregeling
De ketenregeling – wat inhoudt dat een werknemer recht heeft op een contract voor onbepaalde tijd indien zijn contract meer dan twee keer wordt verlengd, of in totaal langer duurt dan drie jaar – wordt eveneens aangepast. De tussenperiode van zes maanden, waarna een nieuwe keten kan ontstaan, komt te vervallen. Het voorstel is om in plaats daarvan een keten aan een administratieve vervaltermijn van vijf jaar te binden.

Schijnzelfstandigheid ZZP’ers
Het komt voor dat ZZP’ers bij een onderneming worden ingeschakeld, terwijl zij naar omstandigheden feitelijk gelijk kunnen worden gesteld aan werknemers. Om deze ‘schijnzelfstandigheid’ aan banden te leggen, wordt het voorstel gedaan om bij werkenden die minder dan 30 tot 35 euro per uur verdienen het rechtsvermoeden te plaatsen dat sprake is van een arbeidsovereenkomst. In dat geval dient de opdrachtgever te kunnen bewijzen dat er sprake is van een overeenkomst van opdracht en geen arbeidsovereenkomst.

Meer zekerheid na één jaar ziekte
Bij kleine en middelgrote ondernemingen kan na één jaar ziekte van een werknemer, in overleg met de werkgever besloten worden de re-integratie verder buiten de organisatie te laten lopen, oftewel tweede spoor. Gebeurt dat niet, dan kan de werkgever door UWV laten toetsen of de werknemer binnen 13 weken zal herstellen. Oordeelt het UWV van niet, dan kan de re-integratie binnen de eigen organisatie worden afgesloten. Op deze manier moet het voor werkgevers eerder duidelijk worden of zij de re-integratie dienen voort te zetten of dat zij op zoek kunnen gaan naar vervanging van de zieke werknemer. De loondoorbetalingsplicht blijft voor twee jaar gelden, ook als de re-integratie is stopgezet.

Andere maatregelen
Dit zijn slechts enkele aanpassingen die het kabinet wil doorvoeren. Verdere maatregelen zijn onder andere:

  • het korten van fases binnen de uitzendarbeid;
  • de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen;
  • een nieuwe crisisregeling voor personeelsbehoud;
  • de aanpassing van de premiedifferentiatie WW;
  • stimulatie van van-werk-naar-werk-trajecten.

Voor een meer gedetailleerd overzicht verwijzen we naar de factsheet van VNO-NCW en MKB-Nederland.

Voor meer informatie kun je terecht bij onze juridische afdeling (jur@cbm.nl)

Adviseurs

Dick Roodenrijs
Juridische zaken, pensioen en arbeidsvoorwaarden.
  023 515 88 00
mail mij

Rosa van Bolhuis
Juridische zaken en arbeidsvoorwaarden
  023-5158800
mail mij

Mandy Kitsz
Juridische zaken en arbeidsvoorwaarden
  023 515 88 00
mail mij