TNO concludeert in het recent verschenen rapport ‘Arbobalans‘ dat burn-out klachten onder werknemers zijn gestegen van 11% in 2007 naar 16% in 2018. Dat komt volgens de onderzoekers omdat werknemers steeds meer doen en daar zelf steeds minder over te zeggen hebben. Toch is het belangrijk om te realiseren dat niet alle klachten aan het werk kunnen worden toegeschreven, aldus VNO-NCW en MKB-Nederland in een reactie.
Privé
Zo kan burn-out een gevolg zijn van een opeenstapeling van problemen die zich deels afspelen in de privésfeer. Ook worden de meeste burn-outklachten gesignaleerd bij medewerkers in een vast dienstverband. Flexwerkers die volgens TNO ‘in minder goede arbeidsomstandigheden’ werken, ervaren veel minder problemen. Met andere woorden: burn-outklachten zijn niet alleen gerelateerd aan het werk.
Gezamenlijke rol
Werkgevers hebben samen met werknemers een belangrijke rol om uitval op de werkvloer te voorkomen, aldus beide ondernemingsorganisaties. Zo is het belangrijk dat werknemers het tijdig aangeven als zij een probleem in hun werk ervaren of zien aankomen. Net zo belangrijk is het dat de werkgever daar ruimte voor geeft en dit bespreekbaar maakt.
Rapportcijfer 8
Nederlanders beschouwen zichzelf als gelukkige mensen en kennen hun leven een rapportcijfer 8 toe. Dat is een onverklaarbare paradox met de conclusies die TNO in zijn rapport trekt. Staatssecretaris Tamara van Ark van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wil dit jaar onderzoek doen naar de mechanismen achter de verhoogde kans op burn-out bij een aantal risicogroepen. Daarbij kan dan onder meer deze paradox worden onderzocht.
Bron: vno-ncw.nl