Het arbeidsrechtelijk regime wordt versoepeld voor ouderen die blijven doorwerken nadat ze de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt. De Eerste Kamer ging dinsdag 29 september jl. akkoord met een wetsvoorstel daartoe van minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De nieuwe wet gaat op 1 januari 2016 in.
Met de wet wil Asscher regelen dat werknemers die nadat ze de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt willen doorwerken, dat ook kunnen doen. Hij versoepelt daarom een aantal eisen die werkgevers ervan zou weerhouden AOW-plussers in dienst te nemen.
In het kort staan in de nieuwe wet de volgende maatregelen:
- In alle gevallen geldt een opzegtermijn van één maand en werkgevers hebben voor AOW’ers geen ontslagvergunning nodig hebben en zij hoeven AOW’ers geen transitievergoeding te geven bij ontslag. Om verdringing door oudere werknemers te voorkomen, moeten AOW-plussers bij een reorganisatie als eerste ontslagen worden. Zij zijn voor hun inkomen niet afhankelijk van het loon, omdat ze al een uitkering krijgen.
- De loondoorbetalingsplicht tijdens ziekte voor werknemers die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt, wordt beperkt tot maximaal dertien weken.
- Indien de zieke werknemer de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt, dan rusten op de werkgever minder zware re-integratieverplichtingen. Een voorbeeld hiervan is dat de verplichting tot het zoeken van passende arbeid bij een andere werkgever (het zogenaamde ‘tweede spoor traject’) en de verplichting tot het opstellen van een plan van aanpak niet van toepassing zijn.
- In geval van ziekte van een werknemer die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt, geldt in plaats van twee jaar slechts gedurende dertien weken een opzegverbod. Nadat de ziekte van de AOW-gerechtigde werknemer zes weken heeft geduurd, kan de werkgever de arbeidsovereenkomst dus opzeggen. Ook hierbij geldt voor de werkgever, ongeacht de duur van de arbeidsovereenkomst, een opzegtermijn van een maand.
- De wettelijke ketenregeling kan worden verruimd, bijvoorbeeld door overeen te komen dat eerst na zes tijdelijke contracten of na verloop van 48 maanden een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaat. Ook de zogeheten ragetlie-regel gaat overboord voor deze situatie. Dat betekent dat direct na afloop van de overeenkomst voor onbepaalde tijd wegens het bereiken van de AOW gerechtigde leeftijd een overeenkomst voor bepaalde tijd kan worden overeengekomen, welke van rechtswege afloopt.
Mocht u vragen hebben over de nieuwe regels, neem dan contact op met de afdeling juridische zaken.