In een brief aan minister van Gennip pleit Koninklijke CBM ervoor dat er géén certificeringsplicht komt voor Samenwerkingsverbanden in onze branche die BBL-studenten opleiden. Deze vrijstelling moet verankerd worden in de Wet Allocatie Arbeidskrachten door Intermediairs (WAADI).
Minister van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wil een wettelijk certificeringsstelsel invoeren voor intermediairs die arbeid ter beschikking stellen. Doel hiervan is malafide uitzendbureaus aan te pakken en een gelijk speelveld te creëren voor uitzendbureaus in Nederland. Koninklijke CBM steunt de minister op dit punt.
Malafide uitzendbureaus misbruiken arbeidskrachten en onttrekken zich aan bestaande wet en regelgeving. Daardoor kunnen zij arbeid onder de marktprijs aanbieden.
De certificeringsregeling is een goed instrument om de uitzendbranche te reguleren, maar CBM wil voorkomen dat de Samenwerkingsverbanden in onze branche, die BBL-studenten uitplaatsen bij erkende leerbedrijven, ook onder die verplichte certificering komen te vallen. Samenwerkingsverbanden verzorgen door de overheid erkende opleidingen en plaatsen studenten uit bij door de overheid erkende leerbedrijven. Daarmee is het toezicht op de Samenwerkingsverbanden en de leerbedrijven al optimaal geregeld. We moeten voorkomen dat de administratieve lasten bij het opleiden van BBL-studenten en toekomstige medewerkers onnodig oploopt. Zeker in de huidige periode van arbeidskrapte waar we nu in zitten.
CBM verzoekt minister van Gennip een vrijstelling in de WAADI op te nemen voor intermediairs, zoals ons Samenwerkingsverbanden, die BBL-leerlingen uitplaatsen bij erkende leerbedrijven.